![]() |
![]() |
|||
![]() |
HET SPEL METAPONTUM SPELEN |
|||
![]() |
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In deze rubriek vindt u de volgende pagina's:
Via deze pagina vindt u spelvoorbeelden om na te spelen:
|
![]() |
Spelvariant: Meester Pi-spel Het Meester Pi-spel is het standaardspel en vertolkt de geest van perfecte samenwerking tussen de bondgenoten. Dit spel bevat de nodige methoden om te leren samenspelen. Wie dit zonder de geschreven zetten kan naspelen heeft de aard van het samenspelen begrepen en kan de volgende spelen proberen. Het Meester Pi-spel dient gespeeld te worden zoals in de partijnotatie is aangegeven. Spelverloop Meester Pi-spel
Opmerkingen:
Toelichting bij de zetten Zet 01 Wit: Tempelier op veld 1 mag verticaal tussen zijn eigen pioniers door. Hij vraagt toestemming aan zijn bondgenoot om met zijn pionier op veld 49 aan de overzijde van plaats te wisselen zodat deze wordt verhoogd tot laureaat en bekrachtigd met de zetbevoegdheden van de magister. Na diens goedkeuring wisselen die stukken van plaats. De bondgenoot bedankt hem. Volgens de spelregels mogen pioniers op de achterste rij van hun bondgenoot [rij 1-8 of 57-64] worden verhoogd tot laureaat, zwart op de achterste rij bij wit en omgekeerd. Laureaten krijgen een kroon op hun hoofd om ze te onderscheiden van de pioniers. Op de bestemmingsplaats van de pioniers van eigen kleur aan de overkant, zijn eindpositie, mag hij niet meer bewegen! Laureaten worden de krachtige medewerkers om de overgebleven pioniers naar hun eindpositie te helpen. Maar eerst moeten de voorname stukken bewegende delen - van de bondgenoot naar de achterste rij om te voorkomen dat zij worden geblokkeerd door de pioniers. Zet 01 Zwart: Tempelier op veld 64 wisselt met pionier op veld 16 en verhoogt hem tot laureaat (la1) en geeft hem een kroontje. Zet 02 Wit: Wijze op veld 2 verwisselt, na overleg enz., met tempelier op veld 16, waardoor deze op de achterste rij komt, zodat hij zich later kan realiseren; hij mag immers niet schuin en dit is in zijn nadeel! Zet 02 Zwart: Minister op veld 62 helpt de tempelier op veld 49 naar de 8ste rij voor dezelfde reden. Zet 03 Wit: Wijze op veld 16 stapt opzij naar veld 18 om plaats te maken voor de potentiërende laureaat op veld 64. Deze gaat dan naar veld 16 waar uiteindelijk een pionier van de bondgenoot moet komen te staan. Zet 03 Zwart: Minister op veld 13 krijgt een eerste erepunt (h1) van wit (zie zetnotatie). Zet 04 Wit: Minister op veld 3 verlost minister op veld 13; de verlosser wordt nu verlost en wit krijgt een erepunt (h1). Dit is de eerste verlossing voor wit (zie zetnotatie). Zet 04 Zwart: De kleurgebonden wijze op veld 63 stapt vooruit naar veld 47. Hij mag ook verticaal tussen de bewegende delen door naar het dichtstbijzijnde veld van de zelfde kleur. Alleen door een plaatsverwisseling met de bondgenoot kan een wijze of wetenschapper van kleur veranderen. Hij moet immers naar veld 3 of 7 en beide hebben een andere kleur; dit is zijn nadeel! Zet 05 Wit: Minister op veld 13 helpt de kleurgebonden wijze op veld 47 naar een wit veld waar hij volgens het speldiagram moet belanden; de minister is nu dichtbij huis. Zet 05 Zwart: Pionier op veld 50 wisselt plaats met de minister op veld 47 die zich nu kan realiseren wanneer tempelier op veld 62 is vertrokken om zich te realiseren. Zet 06 Wit: Wijze op veld 18 wil van kleur veranderen en stapt naar veld 34. Zet 06 Zwart: Pionier op veld 47 helpt de wijze op veld 34 om hem van kleur te verwisselen, hij is immers kleurgebonden en dit is zijn nadeel! Zet 07 Wit: Laureaat op veld 64 potentieert naar veld 16 van waar hij kwam als pionier in zet 1; hij maakt nu plaats voor de tempelier op veld 62 die zich nu kan realiseren. Zet 07 Zwart: Laureaat op veld 1 gaat naar veld 33 vanwaar hij later kan potentiëren op veld 50. Zet 08 Wit: Tempelier op veld 62 realiseert zich op veld 64 (r1). Zet 08 Zwart: Tempelier op veld 2 realiseert zich op veld 1 (r1). Zet 09 Wit: Minister op veld 50 realiseert zich op veld 62 (r2). Zet 09 Zwart: Wijze op veld 13 realiseert zich op veld 2 (r2). Zet 10 Wit: Wijze op 47 realiseert zich op veld 63 (r3). Zet 10 Zwart: Laureaat op 33 potentieert op veld 50 (p). Zet 11 Wit: Magister op 4 lauwert pionier op veld 52, (la2) net zoals in de eerste zet met de tempelier. Zet 11 Zwart: Magister op 60 lauwert pionier op veld 12 (la2) net zoals in de eerste zet met de tempelier. Zet 12 Wit: Magister op52 en laureaat op veld 4 potentiëren gelijktijdig in een zet (p). Zet 12 Zwart: Ook Magister op 12 en laureaat op veld 60 potentiëren in een zet (p). De 1ste 10 zetten worden nu op de rechtervleugel herhaald. Spelen in spiegelbeeld bevordert overzichtelijke en dansachtige zetten. Dit schept orde en symmetrie terwijl het middenveld leeg blijft voor een vlot spelverloop. Deze spelmethode leidt tot isometrisch denken tussen de spelers en bespaart hen veel denkwerk (1x denken en meerdere keren toepassen). Zet 13 Wit: zie 1ste zet. Zet 13 Zwart: zie 1ste zet. Zet 14 Wit: zie 2de zet. Zet 14 Zwart: zie 2de zet. Zet 15 Wit: zie 3de zet, t/m zet 22. Zet 15 Zwart: zie 3de zet t/m zet 22. Zet 23 Wit: Laureaat op veld 25 potentieert op veld 10 (p). Zet 23 Zwart: Laureaat op veld 56 verlost pionier op veld 10 en krijgt een erepunt, etc., (h3). Zet 24 Wit: Magister op veld 04 gaat naar veld 13 op de verticale lijn van regent op veld 61 om met hem/haar van plaats te wisselen. Zet 24 Zwart: Magister op veld 60 gaat naar veld 53 in afwachting van de plaatsverwisseling met regent(es) op veld 5. Zet 25 Wit: Magister op veld13 wisselt met regent op veld 61. Zet 25 Zwart: Magister op veld 53 wisselt met regent op veld 5. Zet 26 Wit: Regent op veld 53 stelt zich op voor de sleutelzet op veld 60. Zet 26 Zwart: Regent op veld 13 stelt zich op voor de sleutelzet op veld 4. Zet 27 Wit: Laureaat op veld 34 potentieert naar veld 13 (p). Zet 27 Zwart: Laureaat op veld 26 potentieert op veld 53 (p). Zet 28 Wit: Pionier op veld 11 plaatst zich op veld 26 om door laureaat op veld 50 verlost te kunnen worden. Zet 28 Zwart: Pionier op veld 51 plaatst zich op veld 34 om door laureaat op veld 10 verlost te kunnen worden. Zet 29 Wit: Laureaat op veld 10 verlost pionier op veld 34 (h4). Zet 29 Zwart: Laureaat op veld 50 verlost pionier op veld 26 (h4). Zet 30 Wit: Laureaat op veld 34 realiseert zich op veld 51 (r6). Zet 30 Zwart: Laureaat op veld 26 realiseert zich op veld 11 (r6). Zet 31 Wit: Laureaat op veld 13 verlost pionier op veld 54 (h5,r7,s), een simultaanpassage, s. Zet 31 Zwart: Laureaat op veld 53 verlost pionier op veld 14 (h5,r7,s), een simultaanpassage, s. Zet 32 Wit: Laureaat op veld 12 verlost pionier op veld 55 (h6,r8,s), een simultaanpassage, s. Zet 32 Zwart: Laureaat op veld 52 verlost pionier op veld 15 (h6,r8,s), een simultaanpassage,s. Zet 33 Wit: Spelers wisselen gelijktijdig elkaar’s regent op veld 4 met de magister op veld 5 die nu voor hen staan. Zet 33 Zwart: spelers wisselen gelijktijdig elkaar’s regent op veld 60 met magister op veld 61 die nu voor hen staan. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
||
![]() ![]() ![]() |
Bijgewerkt |
| Volgende pagina![]() |
||||
![]() |